Zoals de naam al doet vermoeden hebben uppers een stimulerende werking op het lichaam. Dit gaat vaak gepaard met problemen met in slaap komen en slaapgebrek. Veelgebruikte uppers zijn cocaïne en amfetamine (speed), maar ook cafeïne en sommige nieuwe psychoactieve stoffen zoals 4-FA behoren tot uppers. MDMA is ook een upper, en besteden we volgende week apart aandacht aan.
Neurotransmitters (“boodschappersstoffen” in de hersenen) zoals dopamine en serotonine hebben een stimulerende werking op het lichaam. Als je wakker bent zijn deze neurotransmitters dan ook het meest actief en het snelst; tijdens lichte slaap worden ze langzamer en tijdens diepe, slow wave slaap zijn deze neurotransmitters nauwelijks meer actief.
Stimulerende middelen als amfetamine en cocaïne blokkeren de heropname van deze neurotransmitters in een hersencel, dit betekent dat de neurotransmitters niet kunnen worden afgevoerd, het neurotransmittergehalte in de ruimte tussen de cellen stijgt en dus ook de volgende cel meer wordt gestimuleerd. Waar normaal gesproken neurotransmitters, als dopamine, steeds minder actief worden zodat we kunnen slapen, zorgen stimulerende middelen er juist voor dat deze neurotransmitters actief blijven en we dus moeite hebben om in slaap te vallen.
Uppers en slaapgebrek gaan dus vaak samen. Onderzoek bij ratten met slaapgebrek laat zien dat de negatieve gevolgen van cocaïnegebruik worden versterkt door slaapgebrek. Ratten die slaapgebrek hadden en cocaïne toegediend kregen, lieten bijvoorbeeld meer stereotype gedragingen zien (een soort dwangmatige bewegingen zoals herhaaldelijk hoofdknikken) dan ratten die geen slaapgebrek hadden. Het lijkt erop dat ratten met slaapgebrek gevoeliger zijn voor middelen die inwerken op de neurotransmitter dopamine, dan uitgeruste ratten. Hoewel dit wellicht moeilijk te vertalen lijkt naar mensen, laat het wel zien dat slaapgebrek de effecten van cocaïne versterkt, en slaapgebrek dus een risicofactor is voor de nadelige effecten die cocaïne kan hebben.
Uppers zorgen voor een afname in totale hoeveelheid slaap en een afname in de hoeveelheid REM-slaap. Als het middel wordt afgebroken zal het lichaam het tekort aan REM-slaap proberen in te halen en resulteert dit in overdreven veel REM-slaap; er is dan sprake van een REM reboundeffect.
Aangezien de REM-slaap de fase is waarin we dromen, wordt na het gebruik van uppers vaak het hebben van intense dromen gerapporteerd. De veranderingen in REM-slaap doet de slaapkwaliteit niet veel goeds en kan op de lange termijn zorgen voor chronische slaapproblemen.
Hoewel sommige stimulerende middelen vermoeidheid en de korte termijn gevolgen daarvan onderdrukken, zorgt dit er tegelijkertijd voor dat de negatieve gevolgen van slaapgebrek niet worden opgemerkt terwijl deze er wel degelijk zijn. Wanneer het middel uitwerkt zullen de effecten van slaapgebrek dus ook extra intens gevoeld worden door het vergrote contrast van je heel opgewekt en alert voelen door de upper, en je achteraf futloos, vaag en uitgeput voelen door het slaapgebrek.
Door: Lizet Wilken
Met medewerking van: Layla Deibert, Raoul Koning, Sarsani Schenk en Teun van der Velden
Literatuur: