Tabak komt van de tabaksplant, de Nicotiana tabacum. De tabak die gerookt wordt, bestaat meestal uit een mengsel van verschillende tabakssoorten waaraan geur – en smaakstoffen zijn toegevoegd, de zogenaamde blend. Elk merk heeft zo zijn eigen geheime recept om deze blend te maken.
De werkzame stof in tabak is nicotine, een middel dat onder andere je hartslag verhoogt en je ademhaling versnelt. Dit zijn tekenen die horen bij drugs in de groep stimulantia, of “uppers”.
Nicotine is een stimulerend middel. Het effect van een middel wordt bepaald door eigenschappen van het middel zelf, maar ook door de set en setting van de gebruiker. Hier beschrijven we welke effecten tabak over het algemeen heeft.
Na gebruik van nicotine stijgt de hartslag en versnelt de ademhaling. Sommige mensen ervaren dat ze zich beter kunnen concentreren of voelen zich meer ontspannen. Ook wordt de eetlust geremd. Als je weinig rookt, heeft het een stimulerend effect. Als je veel rookt, heeft het eerder een ontspannend effect. Het gewenste effect van tabak wordt voor een belangrijk deel bepaald door de mate van lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. Voor een deel bestaan de positieve effecten uit het opheffen van onthoudingsverschijnselen bij rookverslaving. Dit geldt bijvoorbeeld voor de toegenomen concentratie en het ontspannende effect. Beginnende rokers kunnen zich misselijk en duizelig voelen.
Positieve effecten | (negatieve) Bijwerkingen |
OntspanningVermindering van spanning, zorgen, verdriet, paniek, stress en depressieve gevoelens. |
Verhoging bloeddruk en hartslagVerhoging bloeddruk en hartslag |
Toename in concentratieJe concentratieboog kan langer of beter zijn dan normaal. Waar je normaal misschien snel afgeleid zou zijn, kun je nu lang je concentratie vasthouden op bijvoorbeeld je hobby, gesprekken of andere klusjes. |
Verminderde eetlustVerminderde eetlust |
Toename in zelfvertrouwenJe voelt je zelfverzekerder. Het kan makkelijker zijn om de mening van anderen naast je neer te leggen en je voelt je zeker over jezelf en over je eigen acties. |
Behoefte om meer te nemen (craving)Het voelen van een (sterke) behoefte om meer te nemen wanneer het effect afneemt |
AlertheidDeze drug kan ervoor zorgen dat je actiever wordt dan normaal. Je voelt je scherp, wakker en je kunt de dingen om je heen nauwkeurig volgen. |
Irritatie van de luchtwegenRoken kan leiden tot hoesten of het hebben van een branderig of kriebelig gevoel in de keel |
Verwarring en rusteloosheidVerwarring en rusteloosheid |
|
Duizelig |
|
Misselijkheid/overgevenMisselijkheid/overgeven |
|
HoofdpijnHoofdpijn |
|
Koude handen en voetenDoor het vernauwen van de bloedvaten stroomt er minder bloed naar je ledematen. Dit zorgt bij sommige mensen voor koude handen en voeten. |
Tabak kan op veel verschillende manieren worden gebruikt. De sterkte van het effect is afhankelijk van de gebruikswijze en de hoeveelheid nicotine.
Tabak komt in verschillende vormen voor, maar wordt meestal gerookt of verdampt. Andere vormen om nicotine binnen te krijgen zijn tabakspoeder, pruim, snus, of nicotinepleisters.
Een sigaret bevat 0.13 – 2 mg nicotine. Hoeveel nicotine je binnen krijgt is afhankelijk van de manier waarop je rookt: het volume waarmee je inhaleert, hoe diep je inhaleert, het aantal trekken dat je van een sigaret neemt en de lucht/rookverhouding van de geïnhaleerde tabaksrook.
Doseringen bij roken | |
Lichte dosis | 0.4 – 0.6 mg |
Gemiddelde dosis | 0.6 – 1 mg |
Hoge dosis | 1 – 4 mg |
Nicotine is de verslavende stof in tabak. Zeven seconden na het inhaleren bereikt nicotine de hersenen en voel je de effecten. Na 8 uur is de helft van de nicotine weer uit het lichaam. De verhoogde bloeddruk blijft tot enkele uren na het roken van een sigaret aanwezig.
Nicotine is de meest verslavende stof die we kennen. Het lichaam ontwikkelt een acute gewenning en past zich vanaf de eerste trek aan de nicotine aan. Daardoor heb je steeds meer nicotine nodig om het effect nog te voelen en treden er al snel ontwenningsverschijnselen op. Dat gebeurt al wanneer de dosis nicotine waaraan het lichaam gewend geraakt is aan het teruglopen is. Je gaat je onrustig voelen, raakt geïrriteerd, kunt je niet meer concentreren, krijgt hoofdpijn en slaapt slecht. Ga je roken, dan verdwijnen deze onthoudingsverschijnselen weer. De rustgevende en kalmerende werking die sommigen na het roken ervaren, is eigenlijk niets anders dan het verdwijnen van de ontwenningsverschijnselen die door het roken zijn ontstaan. Je wilt eigenlijk een constant niveau van nicotine en rookt de hele dag door. Dat je afhankelijk bent geworden van nicotine, merk je pas als je wilt stoppen.
De tabaksindustrie heeft verschillende technieken ontwikkeld om de nicotine in een sigaret te manipuleren en voegt extra ingrediënten toe aan tabak. Bijvoorbeeld stoffen om de luchtwegen te verwijden waardoor de tabaksrook dieper geïnhaleerd kan worden en daarmee dus ook meer nicotine. Dit versterkt de verslavende werking.
Nicotine stimuleert de afgifte van adrenaline. Hierdoor gaat de hartslag omhoog en trekken de bloedvaten samen. De bloeddruk stijgt. Door roken krijg je ook koolmonoxide binnen: een kleur- en reukloos gas dat zich 200 keer sneller aan rode bloedlichaampjes hecht dan zuurstof. Een groot deel van de rode bloedlichaampjes vervoert dus nauwelijks of geen zuurstof meer, waardoor lichaamsdelen een tekort aan zuurstof krijgen.
Na langdurig gebruik ziet de huid er vaak minder gezond uit. Ook heb je sneller last van puistjes of andere huidaandoeningen.
Gebruikt van deze drug heeft een negatieve invloed op je gebit. Je tanden kunnen verkleuren, maar ook wordt de kans op ontstekingen of gaatjes groter.
Regelmatig gebruik van deze drug kan leiden tot lichamelijke verslaving. Dit houdt in dat er naast de psychologische drang om meer te nemen ook ontwenningsverschijnselen ontstaan bij stoppen, bijvoorbeeld: slecht slapen, zweten en onrustig worden.
Ontwenningsverschijnselen zijn vaak een reden om weer te gaan drinken of gebruiken. Dan onderdruk je eigenlijk tijdelijk die verschijnselen.
Er treedt ook tolerantie of gewenning op. Dat betekent dat als je regelmatig gebruikt, je meer nodig hebt om hetzelfde effect te voelen.
Tolerantie en stimulerende middelen
Bij stimulerende middelen treedt deze gewenning op bij zowel het mentale als bij het eetlustremmende effect, maar niet voor het bloeddrukverhogende effect. Hoe meer je neemt, hoe hoger de bloeddruk.
Veilig roken bestaat niet. Bij het roken van lichte of filtersigaretten krijg je ook giftige stoffen binnen. Bovendien blijkt dat rokers van deze sigaretten meer gaan roken of dieper gaan inhaleren om toch het nicotinepeil op niveau te houden. Niet over je longen roken is ook niet risicovrij. Keel-, mond- en slokdarmkanker kunnen nog steeds optreden. De enige oplossing om de risico’s te beperken is niet roken of stoppen met roken. Het lichaam kan zich dan weer herstellen. En hoe korter men gerookt heeft, hoe sneller dat gaat.
Het combineren van verschillende drugs is extra riskant en onvoorspelbaar. Als je gaat combineren heb je meer kans op problemen met je gezondheid. Voor meer informatie check het thema Drugs en combigebruik.
Het combineren van drugs met medicijnen kan riskant zijn. Naar veel combinaties is nog weinig onderzoek gedaan. Op de website van Jellinek staat een medicijnenmatrix waar je per middel en per type medicijn kan lezen wat de risico’s zijn.
Door koolmonoxide, nicotine en mogelijk andere stoffen in de tabaksrook raken de vaatwanden beschadigd. Vet kan zich makkelijker afzetten waardoor aderverkalking kan ontstaan. Op de langere termijn raken vaten vernauwd of slibben dicht. Afhankelijk van de plaats waar dit gebeurt, kan dit leiden tot pijnlijke ledematen, een hersenbloeding of een hartinfarct.
Tabak zorgt voor een grauw uiterlijk en een snel verouderende huid. Het bindweefsel onder de huid veroudert sneller. Rokers krijgen om deze reden eerder rimpels dan niet- rokers. Dit komt omdat de huid door een verslechterde bloedcirculatie te weinig zuurstof krijgt. Ook wordt een eiwit die de huid soepel houdt afgebroken. De tanden worden ook lelijk van het roken.
In 1963 werd een apparaat uitgevonden die een nicotine-oplossing kon omzetten in stoom. Dit werd verder niet opgepikt tot in 2003 de eerste elektronische sigaret werd uitgevonden als alternatief voor de klassieke sigaret. In 2007 kwam het op de Nederlandse markt en vanaf 2011 werd het populair als alternatief, maar ook als hulpmiddel voor het stoppen met roken.
De e-sigaret bestaat uit 3 onderdelen: de batterij, de vulling (e-liquid) en de verdamper. Door op een knopje te drukken of te inhaleren activeer je de vacuümschakelaar, die ervoor zorgt dat de batterij de verdamper kan verwarmen. De vloeistof die in de vulling zit wordt dan verdampt en die dampen kun je dan inhaleren. De damp die je uitademt is dus geen rook en ruik je niet.
Een e-sigaret koop je voor ongeveer 20 euro en de e-liquids kosten rond de 3 euro. Met een flesje e-liquids doen mensen vaak 2 weken, afhankelijk van hoeveel je ‘dampt’.
Dit is de vulling van je e-sigaret en je bepaalt zelf de sterkte en smaak. Zo kies je ‘nul’ als je geen nicotine wil tot maximaal ‘High’ waarbij je maximaal 18mg per ml nicotine binnenkrijgt. Er zijn rokers die op deze manier langzaam het nicotinegehalte afbouwen. En dan zijn er nog honderden verschillende smaken zoals kiwi, cappuccino, enzovoort.
In maart 2012 heeft de rechter bepaald dat de e-sigaret niet onder de geneesmiddelen-wetgeving valt en dus vrij verkocht mag worden. In België, Oostenrijk en de Verenigde Staten wordt de e-sigaret wel als geneesmiddel beschouwd. In België mogen alleen nicotineloze e-sigaretten verkocht worden. Op dit moment onderzoekt de Europese Commissie of de e-sigaret kan worden gereguleerd.
De World Health Organization stelt dat met ingang van juli 2013, geen rigoureuze studies zijn uitgevoerd om te bepalen of elektronische sigaretten een bruikbare methode zijn om mensen te helpen stoppen met roken.
E-liquids in de e-sigaret zijn verkrijgbaar mét en zonder nicotine. Een roker is verslaafd aan nicotine en de e-sigaret kan dit dus vervangen.
E-sigaretten hoef je niet aan te steken en omdat ze geen tabak bevatten worden er geen verbrandingsproducten van tabak uitgestoten zoals teer en koolmonoxide. Daarom zouden ze minder schadelijk kunnen zijn dan sigaretten. In tabaksproducten en tabaksrook zijn 4000 verschillende chemicaliën en meer dan 40 carcinogenen (kankerverwekkende stoffen) gevonden.
De potentiële effecten en omvang van de gezondheidsschade van e-sigaretten zijn nog onvoldoende onderzocht om een definitieve uitspraak over deze onderwerpen te doen. Meer info vind je op de Factsheet E-sigaret van het Trimbos-instituut.
Vanaf 1988 kent Nederland de Tabaks- en rookwarenwet. Bepalingen in deze wet moeten ervoor zorgen dat de schade door roken beperkt wordt. De accijnzen op tabak worden bepaalt door de Wet op accijns.
Belangrijke bepalingen van deze wet zijn:
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of organisaties zich aan de rookverboden houden.
Per 1 juli 2008 mag er in geen enkele openbare ruimte, werkplek meer tabak gerookt worden. De horeca, sport- en kunst/cultuursector is ook sinds 1 juli 2008 rookvrij. Voor cafés kleiner dan 70m2 en zonder personeel werd een uitzondering gemaakt, maar die is per 1 januari 2015 afgeschaft. Het rookverbod geldt zelfs voor de gedoogde coffeeshops; een rookgelegenheid op zichzelf, zou je denken. Een joint met tabak mag niet meer binnen gerookt worden, tenzij in een afgesloten rookruimte. Pure joints (met alleen wiet of hasj, zonder tabak) mogen wel binnen gerookt worden. In die rookruimte mag door het personeel tijdens openingstijden niet worden gewerkt.
De tabaks- en rookwarenwet geldt voor alle tabaksproducten.
Tabak heeft een lange geschiedenis. De eerste vondsten die erop wijzen dat mensen het gebruik van tabak als genotsmiddel kennen, stammen uit Noord- en Midden-Amerika. In tempels van ongeveer 1000 voor Christus zijn reliëfs aangetroffen van pijp-rokende Maya priesters. In de zestiende eeuw is tabak als gewild handelsproduct naar Europa gekomen. Toch blijft het gebruik van tabak eeuwenlang tot een relatief kleine gebruikersgroep beperkt. De sigarettenindustrie nam een vlucht in 1881, toen de eerste sigarettenmachines in gebruik werden genomen. Hierdoor werd het roken van sigaretten minder exclusief en dus toegankelijk voor meer mensen. Het roken van sigaretten werd pas echt populair na de Eerste en Tweede Wereldoorlog. In 1945 deelden de bevrijders in ons land onder andere sigaretten en chocolade uit. Tegenwoordig roken zowel mannen als vrouwen. Wel zijn we ons meer bewust van de risico’s die roken voor de gezondheid met zich meebrengt dan vroeger.