Misbruik en verslaving: herkennen en voorkomen van probleemgebruik

Wat is probleemgebruik precies?

Net als bij alcohol, kan ook bij gebruik van andere drugs een verslaving ontstaan. Verslaving en het gedrag dat daarbij hoort kunnen worden gezien als een combinatie van twee factoren. Aan de ene kant treedt er misbruik van een middel op. Daarnaast begint zich een afhankelijkheid van het middel te ontwikkelen.

●        Van middelenmisbruik spreek je wanneer je een middel steeds meer, of steeds vaker, gaat gebruiken. Het gebruik gaat dan bijvoorbeeld ten koste van je werk, je school of je sociale omgeving.

●        Zodra je niet meer zonder een middel kan, terwijl je diep van binnen eigenlijk niet wil gebruiken, spreek je ook van afhankelijkheid. Je hebt je gebruik niet meer onder controle.

Rondom verslaving bestaan soms veel onduidelijkheden en misverstanden. Vaak wordt gedacht dat het ontwikkelen van een verslaving volledig veroorzaakt wordt door het middel. Het idee dat je na bijvoorbeeld één keer cocaïne gebruiken vrijwel direct verslaafd bent klopt echter niet. Maar, bedenk je ook: het tegenovergestelde is ook niet waar! Ook aan drugs die (soms onterecht) bekend staan als “niet-verslavend”, kan je gewoon verslaafd raken. Voorbeelden hiervan zijn alcohol, maar ook cannabis of zelfs XTC.

De oorzaken van probleemgebruik

Veel belangrijkere en vaak doorslaggevende oorzaken zijn dus het “hoe en waarom” achter het gebruik van een middel. In andere woorden: verslaving kent biologische, maar ook psychologische én sociale oorzaken. Enkele voorbeelden:

●        Biologisch: je erfelijke aanleg; de verslavingsgevoeligheid van het middel.

●        Psychologisch: de onderliggende reden van gebruik (omgaan met emotie of verveling).

●        Sociaal: een omgeving die problematisch gebruik (te veel/te vaak) stimuleert.

Het is daarom nooit onverstandig om na te denken over hoe dit bij jouw eigen gebruik zit. Zo krijg je inzicht in je eigen gedrag en houding tegenover drugsgebruik. Er rust soms onterecht een taboe over zo’n “zelfkritische houding”. Dit is zonde, want stilstaan bij de reden van je gebruik helpt om te voorkomen dat gebruik uit controle raakt. Zo voorkom je dat je gebruik omslaat naar gedrag waar jij jezelf eigenlijk (onbewust) niet fijn bij voelt! Stel jezelf bijvoorbeeld eens de vraag: “wil ik nog naar een feestje, zónder dat ik drug gebruik?” Of: “zit ik ook lekker in mijn vel wanneer ik een periode niet zou gebruiken?”

Lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid

Afhankelijkheid kan zowel lichamelijk als geestelijk optreden. Bij lichamelijke afhankelijkheid is je lichaam zo gewend aan gebruik, dat ontwenningsverschijnselen ontstaan als je stopt het middel te gebruiken. Denk hierbij aan trillen, misselijkheid, prikkelbaarheid en slapeloosheid. Lichamelijke afhankelijkheid verdwijnt vaak enkele weken na het stoppen met gebruik. Daarentegen kan geestelijke afhankelijkheid juist vaak langer blijven bestaan. De geestelijke “verleiding” naar een middel is dus vaak hardnekkiger dan het overwinnen van de fysieke noodzaak.

Omdat ieder middel een ander effect heeft, verschilt het ook per middel of ze met name geestelijk, of juist lichamelijk verslavend zijn. Benzo’s zijn een duidelijk voorbeeld van een middel dat met name lichamelijk verslavend kan zijn, terwijl bijvoorbeeld XTC eerder tot geestelijke verslaving zal leiden.

En de invloed van het middel zelf dan?

Naast dat je erbij stilstaat dat er geen psychologische en sociale “triggers”[1]  zijn die aansporen tot probleemgebruik, is het ook goed om na te denken over de invloed van het middel zelf. De verslavingsgevoeligheid van verschillende middelen zijn in een onderzoek met elkaar vergeleken (Figuur 1). Grofweg zijn er twee belangrijke factoren die bijdragen aan de verslavingsgevoeligheid van een stof:

  1. Hoe snel je een effect voelt.
  2. Hoe kort een effect aanhoudt.

 

Het valt je nu misschien op dat de drugs die het slechtst scoren, gerookt (tabak, crack) of gespoten (heroïne) worden, en dus het snelste tot een verslaving kunnen leiden. Dit komt doordat deze manieren van inname bijna direct (< 1 minuut) voor een effect zorgen. Het gevolg is dat de hersenen enorm makkelijk “het verband” tussen een middel en het daarbij horende effect leggen, wat de hunkering naar een middel versterkt. Ook de werkingsduur van het middel is van belang. Hoe korter een middel werkt, hoe sneller je weer geneigd zal zijn om opnieuw dat gevoel te willen bereiken. Langwerkende middelen (ongeveer enkele uren) waarbij je het effect pas na langere tijd voelt (ongeveer >30 minuten), zijn daarom over het algemeen minder verslavingsgevoelig. Denk hierbij aan LSD, truffels en XTC.

verslavingsgevoeligheid per middel

Figuur 1. Naast de verslavingsgevoeligheid van een middel, spelen biologische, psychologische en sociale oorzaken meestal een (grotere) rol.

De fasen van gebruik naar misbruik

Vaak begint (en blijft!) het gebruiken van drugs onschuldig. Net als je eerste biertje, lijkt een bepaald middel interessant en spannend. Je bent dan benieuwd naar de effecten. Veelal begint gebruik in een fijne setting met leuke mensen die je vertrouwt.

Binnen verslaving is middelenmisbruik vaak een van de problemen die optreedt, voordat er ook sprake is van afhankelijkheid. Het gevolg van een verslaving is dat je letterlijk en figuurlijk een soort slaaf bent geworden van een middel. Je bent dan niet meer zelf in controle over je gebruik. Vanzelfsprekend is dit iets dat je wil voorkomen.

De verschillende fasen vloeien in elkaar over. Het is daarom belangrijk te voorkomen dat de “recreatieve” fase overgaat in een “probleemfase”. Zeker omdat men, wanneer men eenmaal in een “verdere” fase verkeert, moeilijker terug kan gaan. Af en toe een sigaret roken is bijvoorbeeld erg lastig wanneer je vroeger een kettingroker was. Vanaf “gewoonte gebruik” komen daarom al de eerste signalen die je serieus moet nemen. Overweeg dan bijvoorbeeld om een tijd te stoppen. Ook kun je overwegen om over je gebruik en de reden daarvan te praten met vrienden. Het is hierin belangrijk voor jezelf om te proberen eerlijk te zijn.

Figuur 2. Gebruik begint (en blijft) meestal bij de experimentele en recreatieve fase. Vanaf gewoonte gebruik ontstaan signalen waar je op kunt letten om te voorkomen dat je gebruik problematisch wordt voor jijzelf en je omgeving.

Het gevolg van afhankelijkheid

Als je maar vaak genoeg drugs gebruikt kun je afhankelijk worden. De kans hierop is met name aanwezig wanneer je problematisch veel gebruikt of verslaafd bent (“fase 3 of 4”). Afhankelijkheid kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn.

●        Bij een lichamelijke afhankelijkheid heb je de stof nodig om te lichamelijk te functioneren. Je kunt de stof bijvoorbeeld nodig om gemotiveerd te blijven, je te concentreren, wakker te blijven of juist te kunnen slapen.

●        Geestelijke afhankelijkheid betekent juist dat er een blijvend verlangen bestaat naar het middel. Je kan je bijvoorbeeld niet meer goed voelen zonder te gebruiken.

Figuur 3. Wanneer de frequentie van gebruik toeneemt, neemt het effect per dosis af. Je moet dan steeds meer (en vaker) van de stof gebruiken om het gewenste gevoel te bereiken. Er treedt dan dus gewenning op.

Ontstaan en voorkomen van middelenmisbruik

Drugsgebruik is nooit zonder risico. Wel zijn er duidelijke verschillen in hoe je risico’s kan minimaliseren, en wat juist de kans op misbruik van middelen bevordert. Verstandig gebruik voorkomt de ongewenste effecten, en houdt je gebruik veilig voor jezelf. Nogmaals samengevat kunnen de volgende dingen helpen om misbruik en eventueel zelfs verslaving te voorkomen:

  1. Stel jezelf de vraag waarom je precies drugs gebruikt.
  2. Hou in de gaten in welke fase van gebruik je zit.
  3. Voorkom gewenning door je drugsgebruik te spreiden.
  4. Spreek bij twijfel over je gebruik met vrienden hierover.

Wil je minderen in je gebruik, en wil je hier hulp in krijgen? Een gesprek met de huisarts kan je al een stuk op weg helpen. Of  vind  je dat  een  stap  te  ver  maar  twijfel  je  over  je  gebruik?  

Figuur 4. Door voldoende tijd tussen gebruik te laten, voorkom je gewenning en houd je de ervaring bijzonder.

 

Door Philippe, peer bij Unity Utrecht.

 

 

Naslag en Bronnen:

●        Jellinek.nl. Wat zijn de verschillende stadia of fasen van gebruik? Geraadpleegd van https://www.jellinek.nl/vraag-antwoord/wat-zijn-de-verschillende-stadia-of-fasen-van-gebruik/

●        Serge H. Ahmed, Aldo Badiani, Klaus A. Miczek, et al. Non-pharmacological factors that determine drug use and addiction, Neuroscience & Biobehavioral Reviews. 2020.

●        Hogarth, L; Balleine, BW; Corbit, LH; et al. Associative learning mechanisms underpinning the transition from recreational drug use to addiction. 2021.