Welke research chemicals zijn extra riskant?
Sommige research chemicals zijn risicovoller dan andere. Dat kan door een aantal verschillende factoren komen. Een aantal van deze stoffen worden hier uitgelegd.
25x-NBOMe/25x-NBOH: Stoffen zoals 25I-NBOMe, en andere leden van de NBOMe/NBOH-groep, zijn psychedelica. In het verleden werden ze wel eens verkocht als LSD. Een belangrijk verschil is wat er gebeurt bij een hoge dosis: als je veel LSD neemt, dan ervaar je een heftige trip, maar loop je fysiek weinig risico. Bij NBOMe/NBOH loopt je lichaam wel risico, waarbij een hogere dosis dit risico sterk verhoogt. Overweeg of je daarom nog wel wil kiezen voor één van deze stoffen. Zo ja, zorg dan dat je de dosis dubbelcheckt.
Synthethische cannabinoïden: Als je te veel wiet rookt, dan voel je je slecht, maar het gezondheidsrisico hiervan is klein. Bij synthetische cannabinoïden zoals JWH-018 is dat anders. Overdosissen kunnen in extreme gevallen leiden tot epileptische aanvallen, psychose, en hartaanvallen. Daarnaast lijken deze stoffen fysiek en psychologisch veel verslavender te zijn dan wiet. Wanneer de stof op plantmateriaal gespoten wordt (“spice”), is de dosis moeilijk te controleren, terwijl de dosis juist enorm veel uitmaakt voor de effecten en risico’s.
Pyrovaleronen (“pyro’s”): De “pyro’s” zijn stimulanten zoals α-PVP (flakka), α-PHP, α-PiHP, en MDPV. Deze stoffen zijn bijzonder sterk en dragen daarom een verhoogd risico met zich mee. Deze stoffen zijn bijvoorbeeld verslavender en veroorzaken sterkere cravings (zucht) dan andere stimulanten. Ook hebben ze een verhoogd risico op psychoses, en zijn ze heftiger voor je hart en vaten dan andere stimulanten.