Wat zegt de wet over tabak en roken?
Vanaf 1988 kent Nederland de Tabaks- en rookwarenwet. Bepalingen in deze wet moeten ervoor zorgen dat de schade door roken beperkt wordt. De accijnzen op tabak worden bepaald door de Wet op accijns.
Belangrijke bepalingen van deze wet zijn:
- Sinds 1 januari 2014 mag aan jongeren onder de 18 jaar geen tabaksartikelen worden verkocht. Tabaksreclame en –sponsoring worden verboden. Alleen in tabakszaken mag reclame gemaakt worden.
- Tabaksartikelen mogen niet gratis worden verstrekt.
- Een pakje sigaretten moet minstens 19 sigaretten bevatten. Verkoop van losse sigaretten is verboden.
- Op sigarettenpakjes moet de waarschuwing staan: “Roken is dodelijk. Roken brengt u en anderen rondom u ernstige schade toe.”
- Op de verpakking moet vermeld worden hoeveel teer en nicotine een sigaret mag bevatten en hoeveel koolmonoxide mag ontstaan. Een sigaret mag maximaal: 1 mg nicotine en 10 mg teer bevatten.
- Bij verbranding mag niet meer dan 10 mg koolmonoxide ontstaan.
- In overheidsgebouwen en instellingen die door de overheid worden gesubsidieerd mag niet worden gerookt en mogen geen tabaksproducten verkocht worden.
- Werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers een rookvrije werkplek hebben.
- Sinds juni 2008 is ook de horeca rookvrij.
- Al het personenvervoer moet rookvrij zijn.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of organisaties zich aan de rookverboden houden.
Per 1 juli 2008 mag er dus in geen enkele openbare ruimte, werkplek meer tabak gerookt worden. Het rookverbod geldt zelfs voor de gedoogde coffeeshops; een rookgelegenheid op zichzelf, zou je denken. Een joint met tabak mag niet meer binnen gerookt worden, ook niet in een afgesloten rookruimte. Pure joints (met alleen wiet of hasj, zonder tabak) mogen wel binnen gerookt worden.
De tabaks- en rookwarenwet geldt voor alle tabaksproducten.