Hoe is LSD gebruik ontstaan?
LSD wordt gemaakt van de moederkoorn schimmel. Dit is een uiterst giftige schimmel, dat aan het eind van de middeleeuwen gebruikt werd door vroedvrouwen om bij zwangere vrouwen de geboorte van het kind op te wekken. Toen chemici in de jaren ’30 met moederkoorn aan de slag gingen en verschillende verbindingen hieruit isoleerden ontdekten zij lysergeenzuur. Dankzij deze ontdekking kon LSD voor het eerst gemaakt worden door scheikundige Albert Hofmann in 1938. Het middel had geen zichtbaar effect op dieren, dus was zijn baas er in de eerste instantie niet in geïnteresseerd. In 1943 keek Hofmann weer naar de stof. Hij kreeg per ongeluk wat binnen en merkte er zelf wél iets van: “(…) Thuis ging ik liggen en zakte weg in een niet onplezierige roesachtige toestand, gekenmerkt door extreme prikkeling van de fantasie. Als in een droom zag ik met gesloten ogen een gestage stroom van de meest fantastische beelden voorbij trekken, buitengewoon vreemde vormen, begeleid door een bonte, caleidoscopische mengeling van kleuren (…).”
Hofmann kon het gevoel niet afschudden dat hij toch een belangrijke ontdekking had gedaan, en besloot op zichzelf te experimenteren. Op 19 april 1943, nu bekend als ‘bicycle day’, ontdekte hij de bewustzijnsveranderende werking van LSD. Hij nam een dosis van 250 microgram, niet wetende hoe heftig het effect hiervan zou zijn. Hij deelde zijn ervaring met collega’s. Sandoz, het bedrijf waar Hofmann werkte, stuurde het naar psychiaters en psychologen die er mee experimenteerden in hun psychotherapie.
In de jaren zestig werd LSD dé drug van de wereldwijd verspreidde hippiecultuur met de psycholoog Timothy Leary als profeet van de psychedelische revolutie. Tegenwoordig is LSD niet meer zo mainstream, maar bij psychonauten en in bepaalde scenes is het nog steeds erg geliefd.
Check hier een video van ATTN over de geschiedenis van LSD!
Leestip: Brian Blomerth’s Bicycle day.